H996 בֵּין
tussen, temidden van, van tussen

Bijbelteksten

2 Kronieken 19:10En [in] alle geschil, hetwelk van uw broederen, die in hun steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, tussen wet en gebod, en inzettingen en rechten, zo vermaant hen, dat zij niet schuldig worden aan den HEERE, en een grote toornigheid over u en over uw broederen zij; doet alzo, en gij zult niet schuldig worden.
2 Kronieken 23:16En Jojada maakte een verbond tussen zich, en tussen al het volk, en tussen den koning, dat zij den HEERE tot een volk zouden zijn.
Nehemia 3:32En tussen de opperzaal van het punt tot de Schaapspoort toe, verbeterden de goudsmeden en de kruideniers.
Nehemia 5:18En wat voor een dag bereid werd, was een os [en] zes uitgelezen schapen; ook werden mij vogelen bereid, en binnen tien dagen van allen wijn zeer veel; nog heb ik bij dezen het brood des landvoogds niet gezocht, omdat de dienstbaarheid zwaar was over dit volk.
Esther 3:8Want Haman had tot den koning Ahasveros gezegd: Er is een volk, verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws koninkrijks; en hun wetten zijn verscheiden van [de wetten] aller volken; ook doen zij des konings wetten niet; daarom is het den koning niet oorbaar hen te laten blijven.
Job 9:33Er is geen scheidsman tussen ons, [die] zijn hand op ons beiden leggen mocht.
Job 24:11Tussen hun muren persen zij olie uit, treden de wijnpersen, en zijn dorstig.
Job 30:7Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij zich.
Job 34:4Laat ons kiezen voor ons, wat recht is; laat ons kennen onder ons wat goed is.
Job 34:37Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen tegen God.
Job 40:25Zullen de metgezellen over hem een maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden?
Job 41:7Het een is [zo] na aan het andere, dat de wind daar niet kan tussen komen.
Psalm 68:14Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, [zo zult gij toch worden als] vleugelen ener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven geluwen goud.
Psalm 104:10Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen.
Psalm 104:12Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken.
Spreuken 6:19Een vals getuige, [die] leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt.
Spreuken 14:9Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.
Spreuken 18:18Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen.
Spreuken 26:13De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten.
Hooglied 1:13Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, [dat] tussen mijn borsten vernacht.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken