H1198 בַּעַר
redeloos, dom, onvernuftig, (een) onvernuftig(e), grote dwaas

Bijbelteksten

Psalm 49:11Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten.
Psalm 73:22Toen was ik onvernuftig, en wist niets; ik was een groot beest bij U.
Psalm 92:7Een onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve niet;
Spreuken 30:2Voorwaar, ik ben onvernuftiger dan iemand; en ik heb geen mensenverstand;

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen