H1219 בָּצַר
vast, ontoegankelijk maken, versterkt, inzamelen, afsnijden, wijnlezer, gesterkt, vast zijn
Psalm 76:13 | Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is. |
Jesaja 2:15 | En tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten muur; |
Jesaja 22:10 | Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij zult huizen afbreken, om de muren te bevestigen. |
Jesaja 25:2 | Want Gij hebt van de stad een steenhoop gemaakt; de vaste stad tot een vervallen hoop; het paleis der vreemdelingen, dat het geen stad meer zij, in eeuwigheid zal zij niet herbouwd worden. |
Jesaja 27:10 | Want de vaste stad zal eenzaam, de woonstede zal verstoten en verlaten worden, gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen, en zullen haar takken verslinden. |
Jesaja 36:1 | En het geschiedde in het veertiende jaar van den koning Hizkia, dat Sanherib, de koning van Assyrië, optoog tegen alle vaste steden van Juda, en nam ze in. |
Jesaja 37:26 | Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot woeste hopen. |
Jeremia 6:9 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Zij zullen Israels overblijfsel vlijtiglijk nalezen, gelijk een wijnstok; breng uw hand weder, gelijk een wijnlezer, aan de korven. |
Jeremia 15:20 | Want Ik heb u tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te rukken, spreekt de HEERE. |
Jeremia 33:3 | Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet. |
Jeremia 49:9 | Zo er wijnlezers tot u gekomen waren, zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten? Zo er dieven bij nacht [gekomen waren], zouden zij [niet] verdorven hebben zoveel hun genoeg ware? |
Jeremia 51:53 | Al klom Babel ten hemel op, en al maakte zij vast de hoogte harer sterkte, zo zullen haar [toch] verstoorders van Mij overkomen, spreekt de HEERE. |
Ezechiel 21:20 | Gij zult een weg voorstellen, waardoor het zwaard inkomen zal tegen Rabba der kinderen Ammons, of tegen Juda, tot de vaste [stad] Jeruzalem. |
Ezechiel 36:35 | En zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is geworden als een hof van Eden; en de eenzame, en de verwoeste en verstoorde steden zijn vast [en] bewoond. |
Hosea 8:14 | Want Israel heeft zijn Maker vergeten, en tempelen gebouwd, en Juda heeft vaste steden vermenigvuldigd; maar Ik zal een vuur zenden in zijn steden, dat zal haar paleizen verteren. |
Obadja 1:5 | Zo er dieven, zo er nachtrovers tot u gekomen waren (hoe zijt gij uitgeroeid!), zouden zij niet gestolen hebben zoveel hun genoeg ware? Zo er wijnlezers tot u gekomen waren, zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten? |
Sefanja 1:16 | Een dag der bazuin en des geklanks tegen de vaste steden en tegen de hoge hoeken. |
Zacharia 11:2 | Huilt, gij dennen! dewijl de cederen gevallen zijn, dewijl die heerlijke [bomen] verwoest zijn; huilt, gij eiken van Basan! dewijl het sterke woud nedergevallen is. |