Jozua 15:58 | Halhul, Beth-zur, en Gedor, |
1 Kronieken 4:4 | En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem. |
1 Kronieken 4:18 | En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Zanoah; en die zijn kinderen van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had. |
1 Kronieken 4:39 | En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des dals, om weide te zoeken voor hun schapen. |
1 Kronieken 8:31 | En Gedor, en Ahio, en Zecher. |
1 Kronieken 9:37 | En Gedor, en Ahio, en Zacharja, en Mikloth. |
1 Kronieken 12:7 | En Joela en Zebadja, de zonen van Jeroham, van Gedor. |