H1777 דִּין
recht doen, recht verschaffen, oordelen, tweedracht, twisten, rechten, blijven, richten
Genesis 6:3 | Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren. |
Genesis 15:14 | Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have. |
Genesis 30:6 | Toen zeide Rachel: God heeft mij gericht, en ook mijn stem verhoord, en heeft mij een zoon gegeven; daarom noemde zij zijn naam Dan. |
Genesis 49:16 | Dan zal zijn volk richten, als een der stammen Israels. |
Deuteronomium 32:36 | Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is. |
1 Samuel 2:10 | Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen. |
2 Samuel 19:9 | En al het volk, in alle stammen van Israel, was onder zich twistende, zeggende: De koning heeft ons gered van de hand onzer vijanden en hij heeft ons bevrijd van de hand der Filistijnen, en nu is hij uit het land gevlucht voor Absalom; |
Job 36:31 | Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede. |
Psalm 7:9 | De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, [die] bij mij is. |
Psalm 9:9 | En Hij Zelf zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. |
Psalm 50:4 | Hij zal roepen tot den hemel van boven, en tot de aarde, om Zijn volk te richten. |
Psalm 54:3 | O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht. |
Psalm 72:2 | Zo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid, en Uw ellendigen met recht. |
Psalm 96:10 | Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid. |
Psalm 110:6 | Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land. |
Psalm 135:14 | Want de HEERE zal Zijn volk richten, en het zal Hem berouwen over Zijn knechten. |
Spreuken 31:9 | Open uw mond; oordeel gerechtelijk, en doe den verdrukte en nooddruftige recht. |
Prediker 6:10 | Wat ook iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten met dien, die sterker is dan hij. |
Jesaja 3:13 | De HEERE stelt Zich om te pleiten, en Hij staat, om de volken te richten. |
Jeremia 5:28 | Zij zijn vet, zij zijn glad, zelfs de daden der bozen gaan zij te boven; de rechtzaak richten zij niet, [zelfs] de rechtzaak des wezen, nochtans zijn zij voorspoedig; ook oordelen zij het recht der nooddruftigen niet. |