H1880 דֶּשֶׁן
vette spijze, het vette, asbelt, as, vettigheid, vet
Leviticus 1:16 | En zijn krop met zijn vederen zal hij wegdoen, en zal het werpen bij het altaar, oostwaarts, aan de plaats der as. |
Leviticus 4:12 | En dien gehelen var zal hij tot buiten het leger uitvoeren, aan een reine plaats, waar men de as uitstort, en zal hem met vuur op het hout verbranden; bij de uitgegoten as zal hij verbrand worden. |
Leviticus 6:10 | En de priester zal zijn linnen kleed aantrekken, en de linnen onderbroek over zijn vlees aantrekken, en zal de as opnemen, als het vuur het brandoffer op het altaar zal verteerd hebben, en zal die bij het altaar leggen. |
Leviticus 6:11 | Daarna zal hij zijn klederen uittrekken, en zal andere klederen aandoen, en zal de as tot buiten het leger uitdragen aan een reine plaats. |
Richteren 9:9 | Maar de olijfboom zeide tot hen: Zoude ik mijn vettigheid verlaten, die God en de mensen in mij prijzen? En zoude ik heengaan om te zweven over de bomen? |
1 Koningen 13:3 | En hij gaf ten zelfden dage een wonderteken, zeggende: Dit is dat wonderteken, waarvan de HEERE gesproken heeft; ziet, het altaar zal vaneen gescheurd, en de as, die daarop is, afgestort worden. |
1 Koningen 13:5 | En het altaar werd vaneen gescheurd, en de as van het altaar afgestort, naar dat wonderteken, dat de man Gods gegeven had, door het woord des HEEREN. |
Job 36:16 | Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes [tot] de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. |
Psalm 36:9 | Zij worden dronken van de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen [uit] de beek Uwer wellusten. |
Psalm 63:6 | Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen. |
Psalm 65:12 | Gij kroont het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van vettigheid. |
Jesaja 55:2 | Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen. |
Jeremia 31:14 | En Ik zal de ziel der priesteren [met] vettigheid dronken maken; en Mijn volk zal met Mijn goed verzadigd worden, spreekt de HEERE. |
Jeremia 31:40 | En het ganse dal der dode lichamen en der as, en al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan den hoek van de Paardenpoort tegen het oosten, zal den HEERE een heiligheid zijn; er zal niets weder uitgerukt, noch afgebroken worden in eeuwigheid. |