H2063 זֹאת
zweven, fladderen

Bijbelteksten

Job 2:10Maar hij zeide tot haar: Gij spreekt als een der zottinnen spreekt; ja, zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.
Job 2:11Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.
Job 5:27Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u.
Job 10:13Maar deze dingen hebt Gij verborgen in Uw hart; ik weet, dat dit bij U geweest is.
Job 12:9Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet?
Job 17:8De oprechten zullen hierover verbaasd zijn, en de onschuldige zal zich tegen den huichelaar opmaken;
Job 19:26En als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen;
Job 20:4Weet gij dit? Van altoos af, van dat [God] den mens op de wereld gezet heeft,
Job 21:2Hoort aandachtelijk mijn rede, en laat dit zijn uw vertroostingen.
Job 33:12Zie, hierin zijt gij niet rechtvaardig, antwoord ik u; want God is meerder dan een mens.
Job 34:16Zo er dan verstand [bij u] is, hoor dit; neig de oren tot de stem mijner woorden.
Job 35:2Houdt gij dat voor recht, [dat] gij gezegd hebt: Mijn gerechtigheid is meerder dan Gods?
Job 37:1Ook beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijn plaats.
Job 37:14Neem dit, o Job, ter ore; sta, en aanmerk de wonderen Gods.
Job 42:16En Job leefde na dezen honderd en veertig jaren, dat hij zag zijn kinderen, en de kinderen zijner kinderen, tot in vier geslachten.
Psalm 7:4HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in mijn handen is;
Psalm 18:1Voor den opperzangmeester, [een psalm] van David, de knecht des HEEREN, die de woorden dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als hem de HEERE gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul.
Psalm 27:3Ofschoon mij een leger belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een oorlog tegen mij opstond, zo vertrouw ik hierop.
Psalm 32:6Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken.
Psalm 41:12Hierbij weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, dat mijn vijand over mij niet zal juichen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech