H2572 חֲמִשִּׁים
telkens vijftig, vijftigen, vijftig, vijftigste, doorgaans vijftig, elke vijftig man
2 Kronieken 3:9 | En het gewicht der nagelen was tot vijftig sikkelen gouds; en hij overtoog de opperzalen met goud. |
2 Kronieken 8:10 | [Uit] dezen dan waren oversten der bestelden, die de koning Salomo had, tweehonderd en vijftig, die over het volk heerschappij hadden. |
2 Kronieken 8:18 | En Huram zond hem, door de hand zijner knechten, schepen, mitsgaders knechten, kenners van de zee; en zij gingen met Salomo's knechten naar Ofir, en zij haalden van daar vierhonderd en vijftig talenten gouds, dewelke zij brachten tot den koning Salomo. |
2 Kronieken 26:3 | Zestien jaren was Uzzia oud, toen hij koning werd, en hij regeerde twee en vijftig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Jecholia, van Jeruzalem. |
2 Kronieken 33:1 | Manasse was twaalf jaren oud, als hij koning werd, en regeerde vijf en vijftig jaren te Jeruzalem. |
Ezra 2:7 | De kinderen van Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig. |
Ezra 2:14 | De kinderen van Bigvai, twee duizend zes en vijftig. |
Ezra 2:15 | De kinderen van Adin, vierhonderd vier en vijftig. |
Ezra 2:22 | De mannen van Netofa, zes en vijftig. |
Ezra 2:29 | De kinderen van Nebo, twee en vijftig. |
Ezra 2:30 | De kinderen van Magbis, honderd zes en vijftig. |
Ezra 2:31 | De kinderen van den anderen Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig. |
Ezra 2:37 | De kinderen van Immer, duizend twee en vijftig. |
Ezra 2:60 | De kinderen van Delaja, de kinderen van Tobia, de kinderen van Nekoda, zeshonderd twee en vijftig. |
Ezra 8:3 | Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros, Zacharja; en met hem werden bij geslachtsregisters gerekend, aan manspersonen, honderd en vijftig. |
Ezra 8:6 | En van de kinderen van Adin, Ebed, de zoon van Jonathan; en met hem vijftig manspersonen. |
Ezra 8:26 | Ik woog dan aan hun hand zeshonderd en vijftig talenten zilvers, en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud, honderd talenten; |
Nehemia 5:17 | Ook zijn van de Joden en van de overheden honderd en vijftig man, en die van de heidenen, die rondom ons zijn, tot ons kwamen, aan mijn tafel geweest. |
Nehemia 6:15 | De muur nu werd volbracht, op den vijf en twintigsten van Elul, in twee en vijftig dagen. |
Nehemia 7:10 | De kinderen van Arach, zeshonderd twee en vijftig; |