H2764 חֵרֶם
garen, verbannen, jachtgaren, net, onder de ban liggen, ban, gebannene, met/door de banvloek, met de
Ezechiel 26:5 | Zij zal in het midden der zee zijn [tot] uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE; en zij zal den heidenen ten roof worden. |
Ezechiel 26:14 | Ja, Ik zal u maken tot een gladde steenrots; gij zult zijn [tot] uitspreiding der netten, gij zult niet meer gebouwd worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. |
Ezechiel 32:3 | Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal daarom Mijn net over u uitspreiden door een vergadering van vele volken; die zullen u optrekken in Mijn garen. |
Ezechiel 44:29 | Het spijsoffer, en het zondoffer, en het schuldoffer, die zullen zij eten; ook zal al het verbannene in Israel het hunne zijn. |
Ezechiel 47:10 | Ook zal het geschieden, dat er vissers aan dezelve zullen staan, van En-gedi aan tot En-eglaim toe; daar zullen [plaatsen] zijn [tot] uitspreiding der netten; haar vis zal naar zijn aard wezen als de vis van de grote zee, zeer menigvuldig. |
Micha 7:2 | De goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht onder de mensen; zij loeren altemaal op bloed, zij jagen, een iegelijk zijn broeder, [met] een jachtgaren. |
Habakuk 1:15 | Hij trekt ze allen met den angel op, hij vergadert ze in zijn garen, en hij verzamelt ze in zijn net; daarom verblijdt en verheugt hij zich. |
Habakuk 1:16 | Daarom offert hij aan zijn garen, en rookt aan zijn net; want door dezelve is zijn deel vet geworden, en zijn spijze smoutig. |
Habakuk 1:17 | Zal hij dan daarom [altoos] zijn garen ledig maken, en zal hij niet verschonen, met altoos de volken te doden? |
Zacharia 14:11 | En zij zullen daarin wonen, en er zal geen verbanning meer zijn; want Jeruzalem zal zeker wonen. |
Maleachi 4:6 | En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla. |