H2789 חֶרֶשׂ
scherven, potscherf, pottenbakkerskruik, aardewerk, aarden (bn), scherf
Leviticus 6:28 | En het aarden vat, waarin het gezoden is, zal gebroken worden; maar zo het in een koperen vat gezoden is, zo zal het geschuurd en in water gespoeld worden. |
Leviticus 11:33 | En alle aarden vat, waarin [iets] van dezelve zal gevallen zijn, al wat daarin is, zal onrein zijn, en gij zult dat breken. |
Leviticus 14:5 | De priester zal ook gebieden, dat men den ene vogel slachte, in een aarden vat, over levend water. |
Leviticus 14:50 | En hij zal den enen vogel slachten in een aarden vat, over levend water. |
Leviticus 15:12 | Ook het aarden vat, hetwelk hij, die den vloed heeft, zal aangeroerd hebben, zal gebroken worden; maar alle houten vat zal met water gespoeld worden. |
Numeri 5:17 | En de priester zal heilig water in een aarden vat nemen; en van het stof, hetwelk op den vloer des tabernakels is, zal de priester nemen, en in het water doen. |
Job 2:8 | En hij nam zich een potscherf, om zich daarmede te schrabben, en hij zat neder in het midden der as. |
Job 41:21 | Onder hem zijn scherpe scherven; hij spreidt zich op het puntachtige, [als] op slijk. |
Psalm 22:16 | Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods. |
Spreuken 26:23 | Brandende lippen, en een boos hart, zijn [als] een potscherf met schuim van zilver overtogen. |
Jesaja 30:14 | Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk een pottenbakkerskruik verbroken wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet een scherf zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een gracht. |
Jesaja 45:9 | Wee dien, die met zijn Formeerder twist, gelijk een potscherf met aarden potscherven! Zal ook het leem tot zijn formeerder zeggen: Wat maakt gij? of [zal] uw werk [zeggen]: Hij heeft geen handen? |
Jeremia 19:1 | Zo zegt de HEERE: Ga henen en koop een pottenbakkerskruik, en [neem tot u] van de oudsten des volks, en van de oudsten der priesteren. |
Jeremia 32:14 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Neem deze brieven, dezen koopbrief, zo den verzegelden als dezen open brief, en doe ze in een aarden vat, opdat zij vele dagen mogen bestaan. |
Klaagliederen 4:2 | [Beth.] De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers! |
Ezechiel 23:34 | Gij zult hem drinken en uitzuigen, en zijn scherven zult gij brijzelen, en uw borsten zult gij afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. |