Job 5:14 | Des daags ontmoeten zij de duisternis, en gelijk des nachts tasten zij in de middag. |
Job 24:16 | In de duisternis doorgraaft hij de huizen, [die] zij zich des daags afgetekend hadden; zij kennen het licht niet. |
Psalm 1:2 | Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. |
Psalm 13:3 | Hoe lang zal ik raadslagen voornemen in mijn ziel, droefenis in mijn hart bij dag? Hoe lang zal mijn vijand over mij verhoogd zijn? |
Psalm 22:3 | Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. |
Psalm 32:4 | Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij; mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. Sela. |
Psalm 42:4 | Mijn tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? |
Psalm 42:9 | [Maar] de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn; het gebed tot den God mijns levens. |
Psalm 55:11 | Dag en nacht omringen zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in haar. |
Psalm 78:14 | En Hij leidde hen des daags met een wolk, en den gansen nacht met een licht des vuurs. |
Psalm 91:5 | Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; |
Psalm 121:6 | De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. |
Jesaja 4:5 | En de HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. |
Jesaja 4:6 | En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen. |
Jesaja 21:8 | En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren geduriglijk bij dag, en op mijn hoede zet ik mij ganse nachten. |
Jesaja 34:10 | Het zal des nachts of des daags niet uitgeblust worden, tot in der eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal het woest zijn, tot in eeuwigheid der eeuwigheden zal niemand daar doorgaan. |
Jesaja 60:11 | En uw poorten zullen steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten worden; opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen [tot u] geleid worden. |
Jesaja 60:19 | De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. |
Jeremia 9:1 | Och, dat mijn hoofd water ware, en mijn oog een springader van tranen! zo zou ik dag en nacht bewenen de verslagenen van de dochter mijns volks. |
Jeremia 14:17 | Daarom zult gij dit woord tot hen zeggen: Mijn ogen zullen van tranen nederdalen nacht en dag, en niet ophouden; want de jonkvrouw der dochter Mijns volks is gebroken [met] een grote breuk, een plage, die zeer smartelijk is. |