H3127 יוֹנֶקֶת
stek, twijg, loot, scheut

Bijbelteksten

Job 8:16Hij is sappig voor de zon, en zijn scheuten gaan over zijn hof uit.
Job 14:7Want voor een boom, als hij afgehouwen wordt, is er verwachting, dat hij zich nog zal veranderen, en zijn scheut niet zal ophouden.
Job 15:30Hij zal van de duisternis niet ontwijken, de vlam zal zijn scheut verdrogen; hij zal wijken door het geblaas zijns monds.
Psalm 80:12Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier.
Ezechiel 17:22Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook van den oppersten tak des hogen ceders nemen, dat Ik zetten zal; van het opperste zijner jonge takjes zal Ik een tederen afplukken, denwelken Ik op een hogen en verhevenen berg planten zal;
Hosea 14:7Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken