H3190 יָטַב
goed zijn, aangenaam zijn, welzijn, vrolijk zijn

Bijbelteksten

Nehemia 2:5En ik zeide tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, en zo uw knecht voor uw aangezicht aangenaam is, dat gij mij zendt naar Juda, naar de stad der begrafenissen mijner vaderen, dat ik ze bouwe.
Nehemia 2:6Toen zeide de koning tot mij, daar de koningin nevens hem zat: Hoe lang zal uw reis wezen, en wanneer zult gij wederkomen? En het behaagde den koning, dat hij mij zond, als ik hem zekeren tijd gesteld had.
Esther 1:21Dit woord nu was goed in de ogen des konings en der vorsten; en de koning deed naar het woord van Memuchan.
Esther 2:4En de jonge dochter, die in des konings oog schoon wezen zal, worde koningin in stede van Vasthi. Deze zaak nu was goed in de ogen des konings, en hij deed alzo.
Esther 2:9En die jonge dochter was schoon in zijn ogen, en zij verkreeg gunst voor zijn aangezicht; daarom haastte hij met haar versierselen en met haar delen haar te geven, en zeven aanzienlijke jonge dochters haar te geven uit het huis des konings; en hij verplaatste haar en haar jonge dochters naar het beste van het huis der vrouwen.
Esther 5:14Toen zeide zijn huisvrouw Zeres tot hem, mitsgaders al zijn vrienden: Men make een galg, vijftig ellen hoog, en zeg morgen aan den koning, dat men Mordechai daaraan hange; ga dan vrolijk met den koning tot dien maaltijd. Deze raad nu dacht Haman goed, en hij deed de galg maken.
Job 24:21De onvruchtbare, [die] niet baart, teert hij af, en aan de weduwe doet hij niets goeds.
Psalm 33:3Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal.
Psalm 36:4De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen.
Psalm 49:19Hoewel hij zijn ziel in zijn leven zegent, en zij u loven, omdat gij uzelven goed doet;
Psalm 51:20Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op.
Psalm 69:32En het zal den HEERE aangenamer zijn dan een os, [of] een gehoornde var, die [de klauwen] verdeelt.
Spreuken 15:2De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.
Spreuken 15:13Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.
Spreuken 17:22Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.
Spreuken 30:29Deze drie maken een goeden tred; ja, vier zijn er, die een goeden gang maken;
Prediker 7:3Het treuren is beter dan het lachen; want door de droefheid des aangezichts wordt het hart gebeterd.
Prediker 11:9Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.
Jesaja 1:17Leert goed doen, zoekt het recht, helpt den verdrukte, doet den wees recht, handelt de twistzaak der weduwe.
Jesaja 23:16Neem de harp, ga in de stad rondom, gij vergeten hoer! speel wel, zing veel liederen, opdat uwer gedacht worde!

Mede mogelijk dankzij