H3391 יֶרַח
maan, maand

Bijbelteksten

Exodus 2:2En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon. Toen zij hem zag, dat hij schoon was, zo verborg zij hem drie maanden.
Deuteronomium 21:13En zij zal het kleed harer gevangenis van zich afleggen, en in uw huis zitten, en haar vader en haar moeder een maand lang bewenen; en daarna zult gij tot haar ingaan, en haar man zijn, en zij zal u ter vrouwe zijn.
Deuteronomium 33:14En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de uitnemendste voortzetting der maan;
1 Koningen 6:37In het vierde jaar werd de grond van het huis des HEEREN gelegd, in de maand Ziv;
1 Koningen 6:38En in het elfde jaar, in de maand Bul, welke is de achtste maand, was dit huis volmaakt, naar al zijn stukken en naar al zijn behoren; alzo heeft hij zeven jaren daaraan gebouwd.
1 Koningen 8:2En alle mannen van Israel verzamelden zich tot den koning Salomo, in de maand Ethanim op het feest; die is de zevende maand.
2 Koningen 15:13Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het negen en dertigste jaar van Uzzia, den koning van Juda; en hij regeerde een volle maand te Samaria.
Job 3:6Diezelve nacht, donkerheid neme hem in; dat hij zich niet verheuge onder de dagen des jaars; dat hij in het getal der maanden niet kome!
Job 7:3Alzo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden, en nachten der moeite zijn mij voorbereid.
Job 29:2Och, of ik ware, gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen, [toen] God mij bewaarde!
Job 39:5Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren?
Jesaja 60:20Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan zal haar [licht] niet intrekken; want de HEERE zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen.
Zacharia 11:8En ik heb drie herders in een maand afgesneden; want mijn ziel was over hen verdrietig geworden, en ook had hun ziel een walg van mij.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech