H3423 יָרַשׁ
beerven, verarmen, bezitten, erfgenaam, verdrijven, erven, bezit in - nemen, erfelijk bezitten

Bijbelteksten

Psalm 25:13[Nun.] Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven.
Psalm 37:9Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten.
Psalm 37:11De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.
Psalm 37:22Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden.
Psalm 37:29De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen.
Psalm 37:34[Koph.] Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid.
Psalm 44:3Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Psalm 44:4Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.
Psalm 69:36Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten;
Psalm 83:13Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.
Psalm 105:44En Hij gaf hun de landen der heidenen, zodat zij in erfenis bezaten den arbeid der volken;
Spreuken 20:13Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood.
Spreuken 23:21Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering doet verscheurde klederen dragen.
Spreuken 30:9Opdat ik, zat zijnde, [U] dan niet verloochene, en zegge: Wie is de HEERE? of dat ik, verarmd zijnde, dan niet stele, en den Naam mijns Gods aantaste.
Spreuken 30:23Om een hatelijke [vrouw], als zij getrouwd wordt; en een dienstmaagd, als zij erfgenaam is van haar vrouw.
Jesaja 14:21Maakt de slachting voor zijn kinderen gereed, om hunner vaderen ongerechtigheid wil; dat zij niet opstaan, en de aarde erven, en de wereld vervullen met steden;
Jesaja 34:11Maar de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want Hij zal een richtsnoer der woestigheid over hen trekken, en een richtlood der ledigheid.
Jesaja 34:17Want Hij Zelf heeft voor hen het lot geworpen, en Zijn hand heeft het hun uitgedeeld met het richtsnoer; tot in der eeuwigheid zullen zij dat erfelijk bezitten, van geslacht tot geslacht zullen zij daarin wonen.
Jesaja 54:3Want gij zult uitbreken ter rechter- en ter linkerhand; en uw zaad zal de heidenen erven, en zij zullen de verwoeste steden doen bewonen.
Jesaja 57:13Wanneer gij roepen zult, zo laat die, die van u vergaderd zijn, u redden; doch de wind zal hen allen wegvoeren, de ijdelheid zal hen wegnemen. Maar die op Mij betrouwt, die zal het aardrijk erven, en Mijn heiligen berg erfelijk bezitten.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken