H3477 יָשָׁר
effen, goed, waarachtig, recht, vroom, billijke voorwaarden, oprecht, rechtmatig
Psalm 32:11 | Verblijdt u in den HEERE, en verheugt u, gij rechtvaardigen! en zingt vrolijk, alle gij oprechten van harte! |
Psalm 33:1 | Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt den oprechten. |
Psalm 33:4 | Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. |
Psalm 36:11 | Strek Uw goedertierenheid uit over degenen, die U kennen, en Uw gerechtigheid over de oprechten van hart. |
Psalm 37:14 | [Cheth.] De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn. |
Psalm 37:37 | [Schin.] Let op den vrome, en zie naar den oprechte; want het einde van [dien] man zal vrede zijn. |
Psalm 49:15 | Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, [elk] uit zijn woning. |
Psalm 64:11 | De rechtvaardige zal zich verblijden in den HEERE, en op Hem betrouwen; en alle oprechten van hart zullen zich beroemen. |
Psalm 92:16 | Om te verkondigen, dat de HEERE recht is; Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht. |
Psalm 94:15 | Want het oordeel zal wederkeren tot de gerechtigheid; en alle oprechten van hart zullen hetzelve navolgen. |
Psalm 97:11 | Het licht is voor den rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechten van hart. |
Psalm 107:7 | En Hij leidde hen op een rechten weg, om te gaan tot een stad ter woning. |
Psalm 107:42 | De oprechten zien het, en zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond. |
Psalm 111:1 | Hallelujah! [Aleph.] Ik zal den HEERE loven van ganser harte; [Beth.] In den raad en vergadering der oprechten. |
Psalm 111:8 | [Samech.] Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; [Ain.] zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid. |
Psalm 112:2 | [Gimel.] Zijn zaad zal geweldig zijn op aarde; [Daleth.] het geslacht der oprechten zal gezegend worden. |
Psalm 112:4 | [Zain.] Den oprechten gaat het licht op in de duisternis; [Cheth.] Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig. |
Psalm 119:137 | Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht. |
Psalm 125:4 | HEERE! doe den goeden wel, en dengenen, die oprecht zijn in hun harten. |
Psalm 140:14 | Gewisselijk, de rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht blijven. |