Jeremia 35:5 | En ik zette den kinderen van het huis der Rechabieten koppen vol wijn en bekers voor; en ik zeide tot hen: Drinkt wijn. |
Jeremia 49:12 | Want zo zegt de HEERE: Ziet, degenen, welker oordeel het niet is den beker te drinken, zullen ganselijk drinken; en zoudt gij enigszins onschuldig gehouden worden? Gij zult niet onschuldig worden gehouden, maar gij zult ganselijk drinken. |
Jeremia 51:7 | Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, daarom zijn de volken dol geworden. |
Klaagliederen 4:21 | [Schin.] Wees vrolijk, en verblijd u, gij dochter Edoms, die in het land Uz woont! [doch] de beker zal ook tot u komen, gij zult dronken worden, en ontbloot worden. |
Ezechiel 23:31 | In den weg uwer zuster hebt gij gewandeld, daarom zal Ik haar beker in uw hand geven. |
Ezechiel 23:32 | Alzo zegt de Heere HEERE: Gij zult den beker uwer zuster drinken, die diep en wijd is; gij zult tot belaching en spot worden; [de beker] houdt veel in. |
Ezechiel 23:33 | Van dronkenschap en jammer zult gij vol worden; de beker van uw zuster Samaria is een beker der verwoesting en der eenzaamheid. |
Habakuk 2:16 | Gij zult [ook] verzadigd worden met schande, voor eer; drinkt gij ook, en ontbloot de voorhuid; de beker der rechterhand des HEEREN zal zich tot u wenden, en er zal een schandelijk uitbraaksel over uw heerlijkheid zijn. |