Genesis 46:9 | En de zonen van Ruben: Hanoch, en Pallu, en Hezron, en Karmi. |
Exodus 6:13 | Dit zijn de hoofden van [ieder] huis hunner vaderen: de zonen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen van Ruben. |
Numeri 26:6 | Van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Karmi het geslacht der Karmieten. |
Jozua 7:1 | Maar de kinderen Israels overtraden door overtreding met het verbannene; want Achan, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda, nam van het verbannene. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen de kinderen Israels. |
Jozua 7:18 | Welks huisgezin als hij deed aankomen, man voor man, zo werd Achan geraakt, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda. |
1 Kronieken 2:7 | En de kinderen van Charmi waren Achan, de beroerder van Israel, die zich aan het verbannene vergreep. |
1 Kronieken 4:1 | De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal. |
1 Kronieken 5:3 | De kinderen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi. |