H3756 כַּרְמִי
Charmi (Judeeer), Charmi (zn. v. Ruben)

Bijbelteksten

Genesis 46:9En de zonen van Ruben: Hanoch, en Pallu, en Hezron, en Karmi.
Exodus 6:13Dit zijn de hoofden van [ieder] huis hunner vaderen: de zonen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi; dit zijn de huisgezinnen van Ruben.
Numeri 26:6Van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Karmi het geslacht der Karmieten.
Jozua 7:1Maar de kinderen Israels overtraden door overtreding met het verbannene; want Achan, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda, nam van het verbannene. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen de kinderen Israels.
Jozua 7:18Welks huisgezin als hij deed aankomen, man voor man, zo werd Achan geraakt, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda.
1 Kronieken 2:7En de kinderen van Charmi waren Achan, de beroerder van Israel, die zich aan het verbannene vergreep.
1 Kronieken 4:1De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.
1 Kronieken 5:3De kinderen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen