1 Samuel 30:5 | Davids beide vrouwen waren ook gevankelijk weggevoerd, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet. |
2 Samuel 2:2 | Alzo toog David derwaarts op, als ook zijn twee vrouwen, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet. |
2 Samuel 3:3 | En zijn tweede was Chileab, van Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet; en de derde, Absalom, de zoon van Maacha, de dochter van Thalmai, koning van Gesur; |
2 Samuel 23:35 | Hezrai, de Karmeliet; Paerai, de Arbiet; |
1 Kronieken 11:37 | Hezro, de Karmeliet; Naari, de zoon van Ezbai; |