H3967 מֵאָה
honderd, driehonderd, vierhonderd, driehonderd , tweehonderd, vierhonderd
Numeri 2:6 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en vijftig duizend en vierhonderd. |
Numeri 2:8 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren zeven en vijftig duizend en vierhonderd. |
Numeri 2:9 | Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken. |
Numeri 2:11 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren zes en veertig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 2:13 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren negen en vijftig duizend en driehonderd. |
Numeri 2:15 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren vijf en veertig duizend zeshonderd en vijftig. |
Numeri 2:16 | Al de getelden in het leger van Ruben waren honderd een en vijftig duizend vierhonderd en vijftig; naar hun heiren. En zij zullen de tweede optrekken. |
Numeri 2:19 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren veertig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 2:21 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren twee en dertig duizend en tweehonderd. |
Numeri 2:23 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren vijf en dertig duizend en vierhonderd. |
Numeri 2:24 | Al de getelden in het leger van Efraim waren honderd acht duizend en eenhonderd, naar hun heiren. En zij zullen de derde optrekken. |
Numeri 2:26 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren twee en zestig duizend en zevenhonderd. |
Numeri 2:28 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren een en veertig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 2:30 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren drie en vijftig duizend en vierhonderd. |
Numeri 2:31 | Al de getelden in het leger van Dan waren honderd zeven en vijftig duizend en zeshonderd. In het achterste zullen zij optrekken, naar hun banieren. |
Numeri 2:32 | Dezen zijn de getelden van de kinderen Israels, naar het huis hunner vaderen; al de getelden der legers, naar hun heiren waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig. |
Numeri 3:22 | Hun getelden in getal waren van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven; hun getelden waren zeven duizend en vijfhonderd. |
Numeri 3:28 | In getal van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren acht duizend en zeshonderd, waarnemende de wacht des heiligdoms. |
Numeri 3:34 | En hun getelden in getal van al wat mannelijk was, van een maand oud en daarboven, waren zes duizend en tweehonderd. |
Numeri 3:43 | En alle eerstgeborenen, die mannelijk waren, in het getal der namen, van een maand oud en daarboven, naar hun getelden, waren twee en twintig duizend tweehonderd en drie en zeventig. |