H4341 מַכְאֹב
sorrow, pain, grief

Bijbelteksten

Exodus 3:7En de HEERE zeide: Ik heb zeer wel gezien de verdrukking Mijns volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei gehoord, vanwege hun drijvers; want Ik heb hun smarten bekend.
2 Kronieken 6:29Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, of van al Uw volk Israel geschieden zal, als zij erkennen, een ieder zijn plage en zijn smarte, en een [ieder] zijn handen in dit huis uitbreiden zal;
Job 33:19Ook wordt hij gestraft met smart op zijn leger, en de sterke menigte zijner beenderen;
Psalm 32:10De goddeloze heeft veel smarten, maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen.
Psalm 38:18Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.
Psalm 69:27Want zij vervolgen, dien Gij geslagen hebt; en maken een praat van de smart Uwer verwonden.
Prediker 1:18Want in veel wijsheid is veel verdriet; en die wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart.
Prediker 2:23Want al zijn dagen zijn smarten, en zijn bezigheid is verdriet; zelfs des nachts rust zijn hart niet. Datzelve is ook ijdelheid.
Jesaja 53:3Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.
Jesaja 53:4Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was.
Jeremia 30:15Wat krijt gij over uw breuk, [dat] uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, [omdat] uw zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan.
Jeremia 45:3Gij zegt: Wee nu mij, want de HEERE heeft droefenis tot mijn smart gedaan; ik ben moede van mijn zuchten, en vind geen rust!
Jeremia 51:8Schielijk is Babel gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt balsem tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden.
Klaagliederen 1:12[Lamed.] Gaat het ulieden niet aan, gij allen, die over weg gaat? Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij gelijk mijn smart, die mij aangedaan is, waarmede de HEERE [mij] bedroefd heeft ten dage der hittigheid Zijns toorns.
Klaagliederen 1:18[Tsade.] De HEERE is rechtvaardig, want ik ben Zijn mond wederspannig geweest; hoort toch, alle gij volken, en ziet mijn smart; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn in de gevangenis gegaan.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken