H4397 מֲלְאָךְ
boodschapper, boodschapper (van God), gezant, engelen, koning
Zacharia 1:19 | En ik zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze? En Hij zeide tot mij: Dat zijn de hoornen, welke Juda, Israel en Jeruzalem verstrooid hebben. |
Zacharia 2:3 | En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem tegemoet. |
Zacharia 3:1 | Daarna toonde Hij mij Josua, den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel des HEEREN; en de satan stond aan zijn rechterhand, om hem te wederstaan. |
Zacharia 3:3 | Josua nu was bekleed met vuile klederen, als hij voor het aangezicht des Engels stond. |
Zacharia 3:5 | Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd zetten. En zij zetten dien reinen hoed op zijn hoofd, en zij togen hem klederen aan; en de Engel des HEEREN stond [daarbij]. |
Zacharia 3:6 | Toen betuigde de Engel des HEEREN Josua, zeggende: |
Zacharia 4:1 | En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt. |
Zacharia 4:4 | En ik antwoordde, en zeide tot den Engel, Die met mij sprak, zeggende: Mijn Heere! wat zijn deze dingen? |
Zacharia 4:5 | Toen antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide tot mij: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En ik zeide: Neen, mijn Heere! |
Zacharia 5:5 | En de Engel, Die met mij sprak, ging uit, en zeide tot mij: Hef nu uw ogen op, en zie, wat dit zij, dat er voortkomt. |
Zacharia 5:10 | Toen zeide ik tot den Engel, Die met mij sprak: Waarhenen brengen zij deze efa? |
Zacharia 6:4 | En ik antwoordde, en zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze, mijn Heere? |
Zacharia 6:5 | En de Engel antwoordde, en zeide tot mij: Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der ganse aarde. |
Zacharia 12:8 | Te dien dage zal de HEERE de inwoners van Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen zou, zal te dien dage zijn als David; en het huis Davids zal zijn als goden; als de Engel des HEEREN voor hun aangezicht. |
Maleachi 2:7 | Want de lippen der priesters zullen de wetenschap bewaren, en men zal uit zijn mond de wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN der heirscharen. |
Maleachi 3:1 | Ziet, Ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen. |