Psalm 22:6 | Tot U hebben zij geroepen, en zijn uitgered; op U hebben zij vertrouwd, en zijn niet beschaamd geworden. |
Psalm 33:17 | Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkte. |
Psalm 41:2 | Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige; de HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads. |
Psalm 89:49 | Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela. |
Psalm 107:20 | Hij zond Zijn woord uit, en heelde hen, en rukte hen uit hun kuilen. |
Psalm 116:4 | Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, [zeggende]: Och HEERE! bevrijd mijn ziel. |
Psalm 124:7 | Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen. |
Spreuken 11:21 | Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen. |
Spreuken 19:5 | Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal niet ontkomen. |
Spreuken 28:26 | Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. |
Prediker 7:26 | En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, [en] haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden. |
Prediker 8:8 | Er is geen mens, die heerschappij heeft over den geest, om den geest in te houden; en hij heeft geen heerschappij over den dag des doods; ook geen geweer in dezen strijd; ook zal de goddeloosheid haar meesters niet verlossen. |
Prediker 9:15 | En men vond daar een armen wijzen man in, die de stad verloste door zijn wijsheid; maar geen mens gedacht denzelven armen man. |
Jesaja 20:6 | En de inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het [gegaan] dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden van het aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen? |
Jesaja 31:5 | Gelijk vliegende vogelen, alzo zal de HEERE der heirscharen Jeruzalem beschutten, beschuttende zal Hij haar ook verlossen, doorgaande zal Hij haar ook uithelpen. |
Jesaja 34:15 | Daar zal de wilde meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken, en onder haar schaduw vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld worden. |
Jesaja 37:38 | Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich nederboog, dat Adramelech en Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats. |
Jesaja 46:2 | Samen zijn zij nedergebogen, zij zijn gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden, maar zijzelven zijn in de gevangenis gegaan. |
Jesaja 46:4 | En tot de ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid toe zal Ik [ulieden] dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal [u] opnemen, en Ik zal dragen en redden. |
Jesaja 49:24 | Zou ook een machtige de vangst ontnomen worden, of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ontkomen? |