H4598 מְעִיל
cloke, mantle, robe, coat
Job 1:20 | Toen stond Job op, en scheurde zijn mantel, en schoor zijn hoofd, en viel op de aarde, en boog zich neder; |
Job 2:12 | En toen zij hun ogen van verre ophieven, kenden zij hem niet, en hieven hun stem op, en weenden; daartoe scheurden zij een ieder zijn mantel, en strooiden stof op hun hoofden naar den hemel. |
Job 29:14 | Ik bekleedde mij met gerechtigheid, en zij bekleedde mij; mijn oordeel was als een mantel en vorstelijke hoed. |
Psalm 109:29 | Laat mijn tegenstanders met schande bekleed worden, en dat zij met hun beschaamdheid zich bedekken, als met een mantel. |
Jesaja 59:17 | Want Hij trok gerechtigheid aan als een pantser, en den helm des heils [zette Hij] op Zijn hoofd, en de klederen der wraak trok Hij aan [tot] kleding, en Hij deed den ijver aan als een mantel. |
Jesaja 61:10 | Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, en als een bruid zich versiert met haar gereedschap. |
Ezechiel 26:16 | En alle vorsten der zee zullen afdalen van hun tronen, en hun mantels van zich doen, en hun gestikte klederen uittrekken; met sidderingen zullen zij bekleed worden, op de aarde zullen zij nederzitten, en t'elken ogenblik sidderen, en over u ontzet zijn; |