H4694 מְצוּרָה
forts, strong holds, fenced, munitions
2 Kronieken 11:10 | En Zora, en Ajalon, en Hebron; dewelke in Juda en in Benjamin de vaste steden waren. |
2 Kronieken 11:11 | En hij sterkte deze vastigheden, en legde oversten daarin, en schatten van spijs, en olie, en wijn; |
2 Kronieken 11:23 | En hij handelde verstandelijk, dat hij van al zijn zonen, door alle landen van Juda en Benjamin, in alle vaste steden verspreidde, denwelken hij spijze gaf in overvloed; en hij begeerde de veelheid van vrouwen. |
2 Kronieken 12:4 | En hij nam de vaste steden in, die Juda had, en hij kwam tot Jeruzalem toe. |
2 Kronieken 14:6 | Daartoe bouwde hij vaste steden in Juda; want het land was stil, en er was geen oorlog in die jaren tegen hem, dewijl de HEERE hem rust gaf. |
2 Kronieken 21:3 | En hun vader had hun vele gaven gegeven van zilver, en van goud, en van kostelijkheden, met vaste steden in Juda; maar het koninkrijk gaf hij Joram, omdat hij de eerstgeborene was. |
Jesaja 29:3 | Want Ik zal een leger in het rond om u slaan, en Ik zal u belegeren met bolwerken, en Ik zal vestingen tegen u opwerpen. |
Nahum 2:1 | De verstrooier trekt tegen uw aangezicht op, bewaar de vesting; bezichtig den weg; sterk de lenden, versterk de kracht zeer. |