Psalm 116:3 | De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. |
Psalm 118:5 | Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, [stellende mij] in de ruimte. |
Klaagliederen 1:3 | [Gimel.] Juda is in gevangenis gegaan vanwege de ellende, en vanwege de veelheid der dienstbaarheid; zij woont onder de heidenen, zij vindt geen rust; al haar vervolgers achterhalen ze tussen de engten. |