1 Koningen 2:8 | En zie, bij u is Simei, de zoon van Gera, de zoon van Jemini, uit Bahurim, die mij vloekte met een geweldigen vloek, ten dage als ik ging naar Mahanaim; doch hij kwam af mij tegemoet aan de Jordaan, en ik zwoer hem bij den HEERE, zeggende: Zo ik hem met het zwaard dode! |
Job 6:25 | O, hoe krachtig zijn de rechte redenen! Maar wat bestraft het bestraffen, [dat] van ulieden is? |
Job 16:3 | Zal er een einde zijn aan de winderige woorden? Of wat stijft u, dat gij [alzo] antwoordt? |
Micha 2:10 | Maakt u [dan] op, en gaat henen; want dit [land] zal de rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het [u] verderven, en dat [met] een geweldige verderving. |