H5425 נָתַר
undo, moved, loose, leap, let loose, , make
Leviticus 11:21 | Dit nochtans zult gij eten van al het kruipend gevogelte, dat op vier [voeten] gaat, hetwelk boven aan zijn voeten schenkelen heeft, om daarmede op de aarde te springen; |
2 Samuel 22:33 | God is mijn Sterkte [en] Kracht; en Hij heeft mijn weg volkomen geopend. |
Job 6:9 | En dat het Gode beliefde, dat Hij mij verbrijzelde, Zijn hand losliet, en een einde met mij maakte! |
Job 37:1 | Ook beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijn plaats. |
Psalm 105:20 | De koning zond, en deed hem ontslaan; de heerser der volken liet hem los. |
Psalm 146:7 | Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los. |
Jesaja 58:6 | Is niet dit het vasten, dat Ik verkies: dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterden, en alle juk verscheurt? |
Habakuk 3:6 | Hij stond, en mat het land, Hij zag toe, en maakte de heidenen los, en de gedurige bergen zijn verstrooid geworden; de heuvelen der eeuwigheid hebben zich gebogen; de gangen der eeuw zijn Zijne. |