H5521 סֻכָּה
loofhut, cottage, pavilion, tabernacle,

Bijbelteksten

Genesis 33:17Maar Jakob reisde naar Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde hij den naam dier plaats Sukkoth.
Leviticus 23:34Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Op den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den HEERE zijn.
Leviticus 23:42Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israel zullen in loofhutten wonen;
Leviticus 23:43Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israëls in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE, uw God!
Deuteronomium 16:13Het feest der loofhutten zult gij u zeven dagen houden, als gij zult hebben ingezameld van uw dorsvloer en van uw wijnpers.
Deuteronomium 16:16Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, verschijnen, in de plaats, die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde [broden], en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN verschijnen:
Deuteronomium 31:10En Mozes gebood hun, zeggende: Ten einde van zeven jaren, op den gezetten tijd van het jaar der vrijlating, op het feest der loofhutten.
2 Samuel 11:11En Uria zeide tot David: De ark, en Israel, en Juda blijven in de tenten; en mijn heer Joab, en de knechten mijns heren zijn gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis gaan, om te eten en te drinken, en bij mijn huisvrouw te liggen? [Zo waarachtig als] gij leeft en uw ziel leeft, indien ik deze zaak doen zal!
2 Samuel 22:12En Hij zette duisternis rondom Zich tot tenten, een samenbinding der wateren, wolken des hemels.
1 Koningen 20:12En het geschiedde, als hij dit woord hoorde, daar hij was drinkende, hij en de koningen in de tenten, dat hij zeide tot zijn knechten: Legt aan! En zij legden aan tegen de stad.
1 Koningen 20:16En zij togen uit op den middag. Benhadad nu dronk zich dronken in de tenten, hij en de koningen, de twee en dertig koningen, die hem hielpen.
2 Kronieken 8:13Zelfs naar den eis van elken dag, offerende, naar het gebod van Mozes, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden, drie malen in het jaar; op het feest van de ongezuurde [broden], en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten.
Ezra 3:4En zij hielden het feest der loofhutten, gelijk geschreven is; en [zij offerden] brandofferen dag bij dag in getal, naar het recht, van elk dagelijks op zijn dag.
Nehemia 8:15En zij vonden in de wet geschreven, dat de HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels in loofhutten zouden wonen, op het feest in de zevende maand;
Nehemia 8:16En dat zij het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, en takken van [andere] olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en takken van [andere] dichte bomen, om loofhutten te maken, als er geschreven is.
Nehemia 8:17Alzo ging het volk uit en haalden ze, en maakten zich loofhutten, een iegelijk op zijn dak, en in hun voorhoven, en in de voorhoven van Gods huis, en op de straat der Waterpoort, en op de straat van Efraimspoort.
Nehemia 8:18En de ganse gemeente dergenen, die uit de gevangenis waren wedergekomen, maakten loofhutten, en woonden in die loofhutten; want de kinderen Israels hadden alzo niet gedaan sinds de dagen van Jesua, den zoon van Nun, tot op dezen dag toe; en er was zeer grote blijdschap.
Job 27:18Hij bouwt zijn huis als een motte, en als een hoeder de hutte maakt.
Job 36:29Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken, [en] de krakingen Zijner hutte?
Job 39:2Als zij nederbukken in de holen, [en] in den kuil zitten, ter loering?

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel