H5608 סָפַר
shew forth, count, number, declare, tell, scribe

Bijbelteksten

Psalm 119:26Ik heb [U] mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.
Psalm 139:18Zoude ik ze tellen? Harer is meer, dan des zands; word ik wakker, zo ben ik nog bij U.
Psalm 145:6[Vau.] En zij zullen vermelden de kracht Uwer vreselijke [daden]; en Uw grootheid, die zal ik vertellen.
Jesaja 22:10Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij zult huizen afbreken, om de muren te bevestigen.
Jesaja 33:18Uw hart zal de verschrikking overdenken, [zeggende:] Waar is de schrijver? Waar is de betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt?
Jesaja 36:3Toen ging tot hem uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier.
Jesaja 36:22Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkia met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden van Rabsake te kennen.
Jesaja 37:2Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren, met zakken bedekt, tot Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz;
Jesaja 43:21Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen.
Jesaja 43:26Maakt Mij indachtig, laat ons te zamen richten, vertelt gij [uw redenen], opdat gij moogt gerechtvaardigd worden.
Jesaja 52:15Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, [ja], de koningen zullen hun mond over Hem toehouden; want denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welken het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan.
Jeremia 8:8Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs en de wet des HEEREN is bij ons! Ziet, waarlijk tevergeefs werkt de valse pen der schriftgeleerden.
Jeremia 23:27Die daar denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten, door hun dromen, die zij, een ieder zijn naaste, vertellen; gelijk als hun vaders Mijn Naam vergeten hebben door Baal.
Jeremia 23:28De profeet, bij welken een droom is, die vertelle den droom; en bij welken Mijn woord is, die spreke Mijn woord waarachtiglijk; wat heeft het stro met het koren te doen? spreekt de HEERE.
Jeremia 23:32Ziet, Ik [wil] aan degenen, die valse dromen profeteren, spreekt de HEERE, en vertellen die, en verleiden Mijn volk met hun leugenen en met hun lichtvaardigheid; daar Ik hen niet gezonden, en hun niets bevolen heb, en zij dit volk gans geen nut doen, spreekt de HEERE.
Jeremia 33:22Gelijk het heir des hemels niet geteld, en het zand der zee niet gemeten kan worden, alzo zal Ik vermenigvuldigen het zaad van Mijn knecht David, en de Levieten, die Mij dienen.
Jeremia 36:10Zo las Baruch in dat boek de woorden van Jeremia [in] des HEEREN huis, in de kamer van Gemarja, den zoon van Safan, den schrijver, in het bovenste voorhof, [aan] de deur der nieuwe poort van het huis des HEEREN, voor de oren des gansen volks.
Jeremia 36:12Zo ging hij af ten huize des konings in de kamer des schrijvers; en ziet, aldaar zaten al de vorsten: Elisama, de schrijver, en Delaja, de zoon van Semaja, en Elnathan, de zoon van Achbor, en Gemarja, de zoon van Safan, en Zedekia, de zoon van Hananja, en al de vorsten.
Jeremia 36:20Zij dan gingen in tot den koning in het voorhof; maar de rol legden zij weg in de kamer van Elisama, den schrijver; en zij verklaarden al die woorden voor de oren des konings.
Jeremia 36:21Toen zond de koning Jehudi, om de rol te halen; en hij haalde ze uit de kamer van Elisama, den schrijver; en Jehudi las ze voor de oren des konings, en voor de oren van al de vorsten, die omtrent den koning stonden.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs