H5797 עֹז
strength, strong, power, boldness, might, , loud
Psalm 150:1 | Hallelujah! Looft God in Zijn heiligdom; looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte! |
Spreuken 10:15 | Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring. |
Spreuken 14:26 | In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen. |
Spreuken 18:10 | De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden. |
Spreuken 18:11 | Des rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur in zijn inbeelding. |
Spreuken 18:19 | Een broeder is wederspanniger dan een sterke stad; en de geschillen zijn als een grendel van een paleis. |
Spreuken 21:22 | De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder. |
Spreuken 24:5 | Een wijs man is sterk; en een man van wetenschap maakt de kracht vast. |
Spreuken 31:17 | [Cheth.] Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen. |
Spreuken 31:25 | [Ain.] Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag. |
Prediker 8:1 | Wie is gelijk de wijze, en wie weet de uitlegging der dingen? De wijsheid der mensen verlicht zijn aangezicht, en de stuursheid zijns aangezichts wordt [daardoor] veranderd. |
Jesaja 12:2 | Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden. |
Jesaja 45:24 | Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn. |
Jesaja 49:5 | En nu zegt de HEERE, Die Mij Zich van [moeders] buik af tot een Knecht geformeerd heeft, dat Ik Jakob tot Hem wederbrengen zou; maar Israel zal zich niet verzamelen laten; nochtans zal Ik verheerlijkt worden in de ogen des HEEREN, en Mijn God zal Mijn Sterkte zijn. |
Jesaja 51:9 | Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN! ontwaak als in de verledene dagen, [als in] de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, Die Rahab uitgehouwen hebt, Die den zeedraak verwond hebt? |
Jesaja 52:1 | Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan geen onbesnedene noch onreine meer komen. |
Jesaja 62:8 | De HEERE heeft gezworen bij Zijn rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer zal geven [tot] spijs voor uw vijanden, en indien de vreemden zullen drinken uw most, waaraan gij gearbeid hebt! |
Jeremia 16:19 | O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, en mijn Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: Immers hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, [en] ijdelheid, waarin toch niets was, dat nut deed. |
Jeremia 48:17 | Beklaagt hem, gij allen, die rondom hem zijt, en allen, die zijn naam kent; zegt: Hoe is de sterke staf, de sierlijke stok verbroken? |
Jeremia 51:53 | Al klom Babel ten hemel op, en al maakte zij vast de hoogte harer sterkte, zo zullen haar [toch] verstoorders van Mij overkomen, spreekt de HEERE. |