H5833 עֶזְרָה
helpers, help

Bijbelteksten

Richteren 5:23Vloekt Meroz, zegt de Engel des HEEREN, vloekt haar inwoners geduriglijk; omdat zij niet gekomen zijn tot de hulp des HEEREN, tot de hulp des HEEREN, met de helden.
2 Kronieken 28:21Want Achaz nam een deel van het huis des HEEREN, en van het huis des konings en der vorsten, hetwelk hij den koning van Assyrie gaf; maar hij hielp hem niet.
Job 6:13Is dan mijn hulp niet in mij, en is de wijsheid uit mij verdreven?
Job 31:21Zo ik mijn hand tegen den wees bewogen heb, omdat ik in de poort mijn hulp zag;
Psalm 22:20Maar Gij, HEERE! wees niet verre; mijn Sterkte! haast U tot mijn hulp.
Psalm 27:9Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils!
Psalm 35:2Grijp het schild en de rondas, en sta op tot mijn hulp.
Psalm 38:23Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil!
Psalm 40:14Het behage U, HEERE! mij te verlossen; HEERE! haast U tot mijn hulp.
Psalm 40:18Ik ben wel ellendig en nooddruftig, [maar] de HEERE denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God! vertoef niet.
Psalm 44:27Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil.
Psalm 46:2God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.
Psalm 60:13Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid.
Psalm 63:8Want Gij zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen.
Psalm 70:2Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.
Psalm 71:12O God, wees niet verre van mij; mijn God! haast U tot mijn hulp.
Psalm 94:17Ten ware dat de HEERE mij een Hulp geweest ware, mijn ziel had bijna in de stilte gewoond.
Psalm 108:13Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; want des mensen heil is ijdelheid.
Jesaja 10:3Maar wat zult gijlieden doen ten dage der bezoeking, en der verwoesting, [die] van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden om hulp, en waar zult gij uw heerlijkheid laten?
Jesaja 20:6En de inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het [gegaan] dien, op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden van het aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen?

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel