H5973 עִם
met, bij

Bijbelteksten

Job 10:13Maar deze dingen hebt Gij verborgen in Uw hart; ik weet, dat dit bij U geweest is.
Job 10:17Gij vernieuwt Uw getuigen tegenover mij, en vermenigvuldigt Uw toorn tegen mij; verwisselingen, ja, een heirleger, zijn tegen mij.
Job 11:5Maar gewisselijk, och, of God sprak, en Zijn lippen tegen u opende;
Job 12:2Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!
Job 12:13Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand.
Job 12:16Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de dwalende, en die doet dwalen.
Job 14:3Nog doet Gij Uw ogen over zulk een open; en Gij betrekt mij in het gericht met U.
Job 15:9Wat weet gij, dat wij niet weten? [Wat] verstaat gij, dat bij ons niet is?
Job 15:11Zijn de vertroostingen Gods u te klein, en schuilt er enige zaak bij u?
Job 16:21Och, mocht men rechten voor een man met God, gelijk een kind des mensen voor zijn vriend.
Job 17:3Zet toch bij, stel mij een borg bij U; wie zal hij zijn? Dat in mijn hand geklapt worde.
Job 20:11Zijn beenderen zullen vol van zijn verborgene [zonden] zijn; van welke elkeen met hem op het stof nederliggen zal.
Job 21:8Hun zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun spruiten zijn voor hun ogen.
Job 22:4Is het om uw vreze, dat Hij u bestraft, dat Hij met u in het gericht komt?
Job 22:21Gewen u toch aan Hem, en heb vrede; daardoor zal u het goede overkomen.
Job 23:7Daar zou de oprechte met Hem pleiten; en ik zou mij in eeuwigheid van mijn Rechter vrijmaken.
Job 23:14Want Hij zal volbrengen, dat over mij bescheiden is; en diergelijke dingen zijn er vele bij Hem.
Job 25:2Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
Job 25:4Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is?
Job 26:10Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen