H6030 עָנָה
cry, testify, speak, bear, answer, , sing, hear
Psalm 147:7 | Zingt den HEERE bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp. |
Spreuken 1:28 | Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; |
Spreuken 15:28 | Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. |
Spreuken 18:23 | De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen. |
Spreuken 21:13 | Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden. |
Spreuken 25:18 | Een man, tegen zijn naaste een valse getuigenis sprekende, is een hamer, en zwaard, en scherpe pijl. |
Spreuken 26:4 | Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt. |
Spreuken 26:5 | Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij. |
Prediker 10:19 | Men maakt maaltijden om te lachen, en de wijn verheugt de levenden, en het geld verantwoordt alles. |
Hooglied 2:10 | Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! |
Hooglied 5:6 | Ik deed mijn Liefste open, maar mijn Liefste was geweken, Hij was doorgegaan; mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, ik riep Hem, doch Hij antwoordde mij niet. |
Jesaja 3:9 | Het gelaat huns aangezichts getuigt tegen hen, en hun zonden spreken zij vrij uit, gelijk Sodom; zij verbergen ze niet. Wee hunlieder ziel; want zij doen zichzelven kwaad. |
Jesaja 13:22 | En wilde dieren der eilanden zullen in zijn verlaten plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige paleizen; hun tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen zullen niet vertogen worden. |
Jesaja 14:10 | Die altegader zullen antwoorden, en tot u zeggen: Gij zijt ook krank geworden, gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden. |
Jesaja 14:32 | Wat zal men dan antwoorden den boden des volks? Dat de HEERE Sion gegrond heeft, opdat de bedrukten Zijns volks een toevlucht daarin hebben zouden. |
Jesaja 21:9 | En zie nu, daar komt een wagen mannen, [en] een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde. |
Jesaja 25:5 | Gelijk de hitte in een dorre plaats, zult Gij de onstuimigheid der vreemdelingen nederdrukken; [gelijk] de hitte door de schaduw ener dikke wolk, zal het gezang der tirannen vernederd worden. |
Jesaja 27:2 | Te dien dage zal er een wijngaard van roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte. |
Jesaja 30:19 | Want het volk zal in Sion wonen, te Jeruzalem; gij zult ganselijk niet wenen; gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem uws geroeps; zo haast Hij die horen zal, zal Hij u antwoorden. |
Jesaja 36:21 | Doch zij zwegen stil, en antwoordden hem niet een woord; want het gebod des konings was, zeggende: Gij zult hem niet antwoorden. |