Job 10:9 | Gedenk toch, dat Gij mij als leem bereid hebt, en mij tot stof zult doen wederkeren. |
Job 14:8 | Indien zijn wortel in de aarde veroudert, en zijn stam in het stof versterft; |
Job 14:19 | De wateren vermalen de stenen, het stof der aarde overstelpt het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft Gij de verwachting des mensen. |
Job 16:15 | Ik heb een zak over mijn huid genaaid; ik heb mijn hoorn in het stof gedaan. |
Job 17:16 | Zij zullen ondervaren [met] de handbomen des grafs, als er rust te zamen in het stof wezen zal. |
Job 19:25 | Want ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan; |
Job 20:11 | Zijn beenderen zullen vol van zijn verborgene [zonden] zijn; van welke elkeen met hem op het stof nederliggen zal. |
Job 21:26 | Zij liggen te zamen neder in het stof, en het gewormte overdekt ze. |
Job 22:24 | Dan zult gij het goud op het stof leggen, en het [goud van] Ofir bij den rotssteen der beken; |
Job 27:16 | Zo hij zilver opgehoopt zal hebben als stof, en kleding bereid als leem; |
Job 28:2 | Het ijzer wordt uit stof genomen, en [uit] steen wordt koper gegoten. |
Job 28:6 | Haar stenen zijn de plaats van den saffier, en zij heeft stofjes van goud. |
Job 30:6 | Opdat zij wonen zouden in de kloven der dalen, de holen des stofs en der steenrotsen. |
Job 30:19 | Hij heeft mij in het slijk geworpen, en ik ben gelijk geworden als stof en as. |
Job 34:15 | Alle vlees zou tegelijk den geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren. |
Job 38:38 | Als het stof doorgoten is tot vastigheid, en de kluiten samenkleven? |
Job 39:17 | Dat zij haar eieren in de aarde laat, en in het stof die verwarmt. |
Job 40:8 | Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen! |
Job 41:24 | Op de aarde is niets met hem te vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen. |
Job 42:6 | Daarom verfoei ik [mij], en ik heb berouw in stof en as. |