H6149 עָרֵב
pleasure, pleasant, pleasing, sweet
Psalm 104:34 | Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in den HEERE verblijden. |
Spreuken 3:24 | Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen. |
Spreuken 13:19 | De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken. |
Spreuken 20:17 | Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden. |
Jeremia 6:20 | Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit verren lande? Uw brandofferen zijn [Mij] niet behagelijk, en uw slachtofferen zijn Mij niet zoet. |
Jeremia 31:26 | (Hierop ontwaakte ik, en zag toe, en mijn slaap was mij zoet.) |
Ezechiel 16:37 | Daarom, zie, Ik zal al uw boelen vergaderen, met dewelke gij vermengd zijt geweest, en allen, die gij liefgehad hebt, met allen, die gij gehaat hebt; en Ik zal hen van rondom vergaderen tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid ontdekken, dat zij uw ganse naaktheid zien zullen. |
Maleachi 3:4 | Dan zal het spijsoffer van Juda en Jeruzalem den HEERE zoet wezen, als in de oude dagen, en als in de vorige jaren. |