H6240 עָשָׂר
eleven +, eleven +, eleventh +,

Bijbelteksten

Jozua 3:12Nu dan, neemt gijlieden u twaalf mannen uit de stammen Israels, uit iederen stam een man;
Jozua 4:2Neemt gijlieden u twaalf mannen uit het volk, uit elken stam een man.
Jozua 4:3En gebiedt hun, zeggende: Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats van de voeten der priesteren, en bereidt twaalf stenen, en brengt ze met ulieden over, en stelt ze in het nachtleger, waar gij dezen nacht zult vernachten.
Jozua 4:4Jozua dan riep die twaalf mannen, die hij had doen bestellen van de kinderen Israels, uit elken stam een man.
Jozua 4:8De kinderen Israels nu deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had, naar het getal der stammen van de kinderen Israels; en zij brachten ze met zich over naar het nachtleger, en stelden ze aldaar.
Jozua 4:9Jozua richtte ook twaalf stenen op, midden in de Jordaan, ter standplaats van de voeten der priesteren, die de ark des verbonds droegen; en zij zijn daar tot op dezen dag.
Jozua 4:20En Jozua richtte die twaalf stenen te Gilgal op, die zij uit de Jordaan genomen hadden.
Jozua 5:10Terwijl de kinderen Israels te Gilgal gelegerd lagen, zo hielden zij het pascha op den veertienden dag derzelver maand, in den avond, op de vlakke velden van Jericho.
Jozua 8:25En het geschiedde, dat allen, die te dien dage vielen, zo mannen als vrouwen, waren twaalf duizend, al te zamen lieden van Ai.
Jozua 15:36En Saaraim, en Adithaim, en Gedera, en Gederothaim; veertien steden en haar dorpen.
Jozua 15:41En Gederoth, Beth-dagon, en Naama, en Makkeda; zestien steden en haar dorpen.
Jozua 15:51En Gosen, en Holon, en Gilo; elf steden en haar dorpen.
Jozua 18:24Chefar-haammonai, en Ofni, en Gaba; twaalf steden en haar dorpen.
Jozua 18:28En Zela, Elef en Jebusi (deze is Jeruzalem), Gibath, Kirjath: veertien steden mitsgaders haar dorpen. Dit is het erfdeel der kinderen van Benjamin, naar hun huisgezinnen.
Jozua 19:6En Beth-lebaoth, en Saruhen; dertien steden en haar dorpen.
Jozua 19:15En Kattath, en Nahalal, en Simron, en Jidala, en Bethlehem; twaalf steden en haar dorpen.
Jozua 19:22En deze landpale reikt aan Thabor, en Sahazima, en Beth-semes; en de uitgangen van hun landpale zijn aan de Jordaan; zestien steden en haar dorpen.
Jozua 19:38En Jiron, en Migdal-el, Horem en Beth-anath, en Beth-semes; negentien steden en haar dorpen.
Jozua 21:4Toen ging het lot uit voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van Aaron, den priester, uit de Levieten, waren van den stam van Juda, en van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin, door het lot, dertien steden.
Jozua 21:6En aan den kinderen van Gerson, van de huisgezinnen van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den halven stam van Manasse, in Bazan, bij het lot, dertien steden.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin