H6316 פּוּט
Libyan, Phut, Libya, Put

Bijbelteksten

Genesis 10:6En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaan.
1 Kronieken 1:8De kinderen van Cham waren Cusch en Mitsraim, Put, en Kanaan.
Jeremia 46:9Trekt op, gij paarden! en raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de Moren, en de Puteers, die het schild handelen, en de Lydiers, die den boog handelen [en] spannen.
Ezechiel 27:10Perzen, en Lydiers, en Puteers waren in uw heir, uw krijgslieden; schild en helm hingen zij in u op, die maakten uw sieraad.
Ezechiel 30:5Morenland, en Put, en Lud, en al de gemengde hoop, en Cub, en de kinderen van het land des verbonds zullen met hen vallen door het zwaard.
Ezechiel 38:5Perzen, Moren en Puteers met hen, die altemaal schild en helm [voeren];
Nahum 3:9Morenland en Egypte waren haar macht, en er was geen einde; Put en Lybea waren tot uw hulp.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs