H6588 פֶּשַׁע
trespass, transgression, rebellion, sin
Job 35:6 | Indien gij zondigt, wat bedrijft gij tegen Hem? Indien uw overtredingen menigvuldig zijn, wat doet gij Hem? |
Job 36:9 | Dan geeft Hij hun hun werk te kennen, en hun overtredingen, omdat zij de overhand genomen hebben; |
Psalm 5:11 | Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U. |
Psalm 19:14 | Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. |
Psalm 25:7 | [Cheth.] Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE! |
Psalm 32:1 | Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. |
Psalm 32:5 | Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. |
Psalm 36:2 | De overtreding des goddelozen spreekt in het binnenste van mijn hart: Er is geen vreze Gods voor zijn ogen. |
Psalm 39:9 | Verlos mij van al mijn overtredingen; en stel mij niet tot een smaad des dwazen. |
Psalm 51:3 | Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. |
Psalm 51:5 | Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. |
Psalm 59:4 | Want zie, zij leggen mijner ziel lagen; sterken rotten zich tegen mij; zonder mijn overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE! |
Psalm 65:4 | Ongerechtige dingen hadden de overhand over mij; [maar] onze overtredingen, die verzoent Gij. |
Psalm 89:33 | Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen. |
Psalm 103:12 | Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. |
Psalm 107:17 | De zotten worden om den weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd; |
Spreuken 10:12 | Haat verwekt krakelen; maar de liefde dekt alle overtredingen toe. |
Spreuken 10:19 | In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig. |
Spreuken 12:13 | In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen. |
Spreuken 17:9 | Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend. |