Deuteronomium 32:33 | Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift. |
Job 20:14 | Zijn spijze zal in zijn ingewand veranderd worden; gal der adderen zal zij in het binnenste van hem zijn. |
Job 20:16 | Het vergif der adderen zal hij zuigen; de tong der slang zal hem doden. |
Psalm 58:5 | Zij hebben vurig venijn, naar gelijkheid van vurig slangenvenijn; zij zijn als een dove adder, [die] haar oren toestopt; |
Psalm 91:13 | Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden. |
Jesaja 11:8 | En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk. |