H6779 צָמַח
spring up, spring forth, grow up, , bring forth, grow
Genesis 2:5 | En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want de HEERE God had niet doen regenen op de aarde, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen. |
Genesis 2:9 | En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en den boom der kennis des goeds en des kwaads. |
Genesis 3:18 | Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten. |
Genesis 41:6 | En ziet, zeven dunne en van den oostenwind verzengde aren schoten na dezelve uit. |
Genesis 41:23 | En zie, zeven dorre, dunne [en] van den oostenwind verzengde aren, schoten na dezelve uit; |
Exodus 10:5 | En zij zullen het gezicht des lands bedekken, alzo dat men de aarde niet zal kunnen zien; en zij zullen afeten het overige van hetgeen ontkomen is, hetgeen ulieden overgebleven was van den hagel; zij zullen ook al het geboomte afeten, dat ulieden uit het veld voortkomt. |
Leviticus 13:37 | Maar indien die schurftheid, naar dat hij zien kan, is staande gebleven, en zwart haar daarop gewassen is, die schurftheid is genezen, hij is rein; daarom zal de priester hem rein verklaren. |
Deuteronomium 29:23 | Dat zijn ganse aarde zij zwavel en zout der verbranding; die niet bezaaid zal zijn, en geen spruit zal voortgebracht hebben, noch enig kruid daarin zal opgekomen zijn; gelijk de omkering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboim, die de HEERE heeft omgekeerd in Zijn toorn en in Zijn grimmigheid; |
Richteren 16:22 | En het haar zijns hoofds begon [weder] te wassen, gelijk toen hij geschoren werd. |
2 Samuel 10:5 | Als zij dit David lieten weten, zo zond hij hun tegemoet; want deze mannen waren zeer beschaamd. En de koning zeide: Blijft te Jericho, totdat uw baard weder gewassen zal zijn, komt dan weder. |
2 Samuel 23:5 | Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is; voorzeker is [daarin] al mijn heil, en alle lust, hoewel Hij het [nog] niet doet uitspruiten. |
1 Kronieken 19:5 | Zij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen zij; komt dan wederom. |
Job 5:6 | Want uit het stof komt het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit de aarde; |
Job 8:19 | Zie, dat is vreugde zijns wegs; en uit het stof zullen anderen voortspruiten. |
Job 38:27 | Om het woeste en het verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der grasscheutjes te doen wassen. |
Psalm 85:12 | De waarheid zal uit de aarde spruiten, en gerechtigheid zal van den hemel nederzien. |
Psalm 104:14 | Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen. |
Psalm 132:17 | Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten; Ik heb voor Mijn Gezalfde een lamp toegericht. |
Psalm 147:8 | Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras [op] de bergen doet uitspruiten; |
Prediker 2:6 | Ik maakte mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren het woud, dat met bomen groende. |