H6789 צָמַת
consume, vanish, destroy, cut off
2 Samuel 22:41 | En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, mijner haters, en ik vernielde hen. |
Job 6:17 | Ten tijde, als zij van hitte vervlieten, worden zij uitgedelgd; als zij warm worden, verdwijnen zij uit haar plaats. |
Job 23:17 | Omdat ik niet uitgedelgd ben voor de duisternis, en dat Hij van mijn aangezicht de donkerheid bedekt heeft. |
Psalm 18:41 | En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, en mijn haters, die vernielde ik. |
Psalm 54:7 | Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden; roei hen uit door Uw waarheid. |
Psalm 69:5 | Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven. |
Psalm 73:27 | Want ziet, die verre van U zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit, al wie van U afhoereert. |
Psalm 88:17 | Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan. |
Psalm 94:23 | En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de HEERE, onze God, zal hen verdelgen. |
Psalm 101:5 | Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, dien zal ik niet vermogen. |
Psalm 101:8 | Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien. |
Psalm 119:139 | Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben. |
Psalm 143:12 | En roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid, en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen; want ik ben Uw knecht. |
Klaagliederen 3:53 | [Tsade.] Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en zij hebben een steen op mij geworpen. |