H6869 צָרָה
adversity, distress, anguish, , affliction, trouble

Bijbelteksten

Psalm 143:11O HEERE! maak mij levend, om Uws Naams wil; voer mijn ziel uit de benauwdheid, om Uw gerechtigheid.
Spreuken 1:27Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt;
Spreuken 11:8De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats.
Spreuken 12:13In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.
Spreuken 17:17Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren.
Spreuken 21:23Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden.
Spreuken 24:10Vertoont gij u slap ten dage der benauwdheid, uw kracht is nauw.
Spreuken 25:19Het vertrouwen op een trouweloze, ten dage der benauwdheid, is [als] een gebroken tand en verstuikte voet.
Jesaja 8:22Als hij de aarde aanschouwen zal, ziet, er zal benauwdheid en duisternis zijn; hij zal verduisterd zijn door angst, en voortgedreven door donkerheid.
Jesaja 30:6De last der beesten, van het zuiden, naar het land des angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en de oude leeuw is, de basilisk en de vurige vliegende draak; hun goederen zullen zij voeren op den rug der veulens, en hun schatten op de bulten der kemelen, tot het volk, [dat hun] geen nut doen zal.
Jesaja 33:2HEERE, wees ons genadig, wij hebben op U gewacht; wees hun arm allen morgen, daartoe onze behoudenis ten tijde der benauwdheid.
Jesaja 37:3En zij zeiden tot hem: Alzo zegt Hizkia: Deze dag is een dag der benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de kinderen zijn gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht om te baren.
Jesaja 46:7Zij nemen hem op den schouder, zij dragen hem, en zetten hem aan zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede niet; ja, roept [iemand] tot hem, zo antwoordt hij niet, hij verlost hem niet uit zijn benauwdheid.
Jesaja 63:9In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns aangezichts heeft hen behouden; door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen verlost; en Hij nam hen op, en Hij droeg hen al de dagen van ouds.
Jesaja 65:16Zodat, wie zich zegenen zal op aarde, die zal zich zegenen in den God der waarheid; en wie zal zweren op aarde, die zal zweren bij den God der waarheid, omdat de vorige benauwdheden zullen vergeten zijn, en omdat zij voor Mijn ogen verborgen zijn.
Jeremia 4:31Want ik hoor een stem als van een [vrouw], die in arbeid is, een benauwdheid als van een, die in des eersten kinds nood is, de stem van de dochter Sions; zij hijgt, zij breidt haar handen uit, [zeggende:] O, wee mij nu, want mijn ziel is moede vanwege de doodslagers!
Jeremia 6:24Wij hebben zijn gerucht gehoord, onze handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft ons aangegrepen, weedom als van een barende [vrouw].
Jeremia 14:8O Israels Verwachting, Zijn Verlosser in tijd van benauwdheid! waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling in het land, en als een reiziger, [die slechts] inkeert om te vernachten?
Jeremia 15:11De HEERE zeide: Zo niet uw overblijfsel ten goede zal zijn! zo Ik niet, in de tijd des kwaads en in tijd der benauwdheid, bij den vijand voor u tussenkome!
Jeremia 16:19O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, en mijn Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: Immers hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, [en] ijdelheid, waarin toch niets was, dat nut deed.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken