H6891 צָרְתָן
Zarthan, Zartanah, Zaretan

Bijbelteksten

Jozua 3:16Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan [ligt] en die naar de zee des vlakken velds, [te weten] de Zoutzee, afliepen, vergingen, zij werden afgesneden. Toen trok het volk over, tegenover Jericho.
1 Koningen 4:12Baana, de zoon van Ahilud, had Taanach, en Megiddo, en het ganse Beth-sean, hetwelk is bij Zartana, beneden van Jizreel, van Beth-sean aan tot Abel-mehola, tot op gene zijde van Jokmeam.
1 Koningen 7:46In de vlakte van de Jordaan goot ze de koning, in dichte aarde, tussen Sukkoth en tussen Zarthan.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel