H6936 קׇדְקֹד
crown, schedel, bovenste gedeelte van het hoofd

Bijbelteksten

Genesis 49:26De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!
Deuteronomium 28:35De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de knieen en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel.
Deuteronomium 33:16En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome [de zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen!
Deuteronomium 33:20En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt! hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel.
2 Samuel 14:25Nu was er in gans Israel geen man zo schoon als Absalom, zeer te prijzen; van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe was er geen gebrek in hem.
Job 2:7Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe.
Psalm 7:17Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen.
Psalm 68:22Voorzeker zal God den kop Zijner vijanden verslaan, den harigen schedel desgenen, die in zijn schulden wandelt.
Jesaja 3:17Zo zal de HEERE den schedel der dochteren van Sion schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte ontbloten.
Jeremia 2:16Ook hebben u de kinderen van Nof en Tachpanhes den schedel afgeweid.
Jeremia 48:45Die voor [des vijands] macht vluchtten, bleven staan in de schaduw van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van Hesbon, en een vlam van tussen Sihon, en heeft de hoeken van Moab en den schedel der kinderen van het gedruis verteerd.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech