1 Koningen 18:45 | En het geschiedde ondertussen, dat de hemel van wolken en wind zwart werd; en er kwam een groten regen; en Achab reed weg, en toog naar Jizreel. |
Job 5:11 | Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden. |
Job 6:16 | Die verdonkerd zijn van het ijs, [en] in dewelke de sneeuw zich verbergt. |
Job 30:28 | Ik ga zwart daarheen, niet van de zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente. |
Psalm 35:14 | Ik ging steeds, alsof het een vriend, alsof het mij een broeder geweest ware; ik ging gebukt in het zwart, als een, die over [zijn] moeder treurt. |
Psalm 38:7 | Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart. |
Psalm 42:10 | Ik zal zeggen tot God: Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking? |
Psalm 43:2 | Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij [dan]? Waarom ga ik steeds in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking? |
Jeremia 4:28 | Hierom zal de aarde treuren, en de hemel daarboven zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen, en het zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet afkeren. |
Jeremia 8:21 | Ik ben gebroken vanwege de breuk der dochter mijns volks; ik ga in het zwart, ontzetting heeft mij aangegrepen. |
Jeremia 14:2 | Juda treurt en haar poorten zijn verzwakt; zij zijn in het zwart gekleed ter aarde toe, en Jeruzalems geschrei klimt op. |
Ezechiel 31:15 | Zo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als hij ter helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte om zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en de grote wateren werden geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil zwart, en al het geboomte des velds was om zijnentwil bewonden. |
Ezechiel 32:7 | En als Ik u zal uitblussen, zal Ik den hemel bedekken, en zijn sterren zwart maken; Ik zal de zon met wolken bedekken, en de maan zal haar licht niet laten lichten. |
Ezechiel 32:8 | Alle lichtende lichten aan den hemel, die zal Ik om uwentwil zwart maken; en Ik zal een duisternis over uw land maken, spreekt de Heere HEERE. |
Joel 2:10 | De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de hemel beeft; de zon en maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in. |
Joel 3:15 | De zon en maan zijn zwart geworden, en de sterren hebben haar glans ingetrokken. |
Micha 3:6 | Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen zwart worden. |