H6960 קָוָה
wait, wait for, gathered, look for, misc, look
Genesis 1:9 | En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo. |
Genesis 49:18 | Op uw zaligheid wacht ik, HEERE! |
Job 3:9 | Dat de sterren van zijn schemertijd verduisterd worden; hij wachte naar het licht, en het worde niet; en hij zie niet de oogleden des dageraads! |
Job 6:19 | De reizigers van Thema zien ze, de wandelaars van Scheba wachten op haar. |
Job 7:2 | Gelijk de dienstknecht hijgt naar de schaduw, en gelijk de dagloner verwacht zijn werkloon; |
Job 17:13 | Zo ik wacht, het graf zal mijn huis wezen; in de duisternis zal ik mijn bed spreiden. |
Job 30:26 | [Nochtans] toen ik het goede verwachtte, zo kwam het kwade; toen ik hoopte naar het licht, zo kwam de donkerheid. |
Psalm 25:3 | [Gimel.] Ja, allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden; zij zullen beschaamd worden, die trouwelooslijk handelen zonder oorzaak. |
Psalm 25:5 | [He. Vau.] Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den gansen dag. |
Psalm 25:21 | [Thau.] Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht U. |
Psalm 27:14 | Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den HEERE. |
Psalm 37:9 | Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten. |
Psalm 37:34 | [Koph.] Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid. |
Psalm 39:8 | En nu, wat verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die is op U. |
Psalm 40:2 | Ik heb den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord. |
Psalm 52:11 | Ik zal U loven in eeuwigheid, omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten. |
Psalm 56:7 | Zij rotten samen, zij versteken zich, zij passen op mijn hielen; als die op mijn ziel wachten. |
Psalm 69:7 | Laat hen door mij niet beschaamd worden, die U verwachten, o Heere, HEERE der heirscharen, laat hen door mij niet te schande worden, die U zoeken, o God Israels! |
Psalm 69:21 | De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden. |
Psalm 119:95 | De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen. |