Exodus 27:9 | Gij zult ook den voorhof des tabernakels maken; aan den zuidhoek zuidwaarts, zullen aan den voorhof behangselen zijn van fijn getweernd linnen; de lengte ener zijde zal honderd ellen zijn. |
Exodus 27:11 | Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de behangsels honderd [ellen] lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en derzelver banden zullen van zilver zijn. |
Exodus 27:12 | En in de breedte des voorhofs, aan den westerhoek, zullen behangselen zijn van vijftig ellen; hun pilaren tien, en derzelver voeten tien. |
Exodus 27:14 | Alzo dat er vijftien ellen der behangselen op [deene] zijde zijn; hun pilaren drie, en hun voeten drie; |
Exodus 27:15 | En vijftien [ellen] der behangselen aan de andere zijde; hun pilaren drie, en hun voeten drie. |
Exodus 35:17 | De behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten; en het deksel van de poort des voorhofs; |
Exodus 38:9 | Hij maakte ook den voorhof, aan den zuidhoek zuidwaarts; de behangselen tot den voorhof waren van fijn getweernd linnen, van honderd ellen. |
Exodus 38:12 | En aan den westerhoek waren behangselen van vijftig ellen, hun pilaren tien en derzelver voeten tien; de haken der pilaren en hun banden waren van zilver. |
Exodus 38:14 | De behangselen aan deze zijde waren vijftien ellen, derzelver pilaren drie en hun voeten drie. |
Exodus 38:15 | En aan de andere zijde van de deur des voorhofs, van hier en van daar, waren behangselen van vijftien ellen; hun pilaren drie en derzelver voeten drie. |
Exodus 38:16 | Al de behangselen des voorhofs waren rondom van fijn getweernd linnen. |
Exodus 38:18 | En het deksel van de poort des voorhofs was van geborduurd werk, van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; en twintig ellen was de lengte, en de hoogte in de breedte was vijf ellen, tegenover de behangselen des voorhofs. |
Exodus 39:40 | De behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten, en het deksel van de poort des voorhofs, zijn zelen, en zijn pennen, en al het gereedschap van den dienst des tabernakels, tot de tent der samenkomst; |
Numeri 3:26 | En de behangselen des voorhofs, en het deksel van de deur des voorhofs, welke bij den tabernakel en bij het altaar rondom zijn; mitsgaders de zelen, tot zijn gansen dienst. |
Numeri 4:26 | En de behangselen des voorhofs, en het deksel der deur van de poort des voorhofs, hetwelk is bij den tabernakel en bij het altaar rondom; en hun zelen, en al het gereedschap van hun dienst, mitsgaders al wat daarvoor bereid wordt, opdat zij dienen. |
1 Samuel 17:40 | En hij nam zijn staf in zijn hand, en hij koos zich vijf gladde stenen uit de beek, en legde ze in de herderstas, die hij had, te weten in den zak, en zijn slinger was in zijn hand; alzo naderde hij tot den Filistijn. |
1 Samuel 17:50 | Alzo overweldigde David den Filistijn met een slinger en met een steen; en hij versloeg den Filistijn, en doodde hem; doch David had geen zwaard in de hand. |
1 Samuel 25:29 | Wanneer een mens opstaan zal om u te vervolgen, en om uw ziel te zoeken, zo zal de ziel mijns heren ingebonden zijn in het bundeltje der levenden bij den HEERE, uw God; maar de ziel uwer vijanden zal Hij slingeren uit het midden van de holligheid des slingers. |
1 Koningen 6:34 | En de twee deuren waren van dennenhout; de twee zijden der ene deur waren omdraaiende; alzo waren de twee gegraveerde [zijden] der andere deur omdraaiende. |
2 Kronieken 26:14 | En Uzzia bereidde voor hen, voor het ganse heir, schilden, en spiesen, en helmen, en pantsieren, en bogen, zelfs tot de slingerstenen toe. |