H7069 קָנָה
purchased, get, Buy, possessor, buyer, possessed

Bijbelteksten

Nehemia 5:16Daartoe heb ik ook aan het werk dezes muurs verbeterd, en wij hebben geen land gekocht; en al mijn jongens zijn aldaar verzameld geweest tot het werk.
Psalm 74:2Gedenk aan Uw vergadering, [die] Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, [die] Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt.
Psalm 78:54En Hij bracht hen tot de landpale Zijner heiligheid, tot dezen berg, [dien] Zijn rechterhand verkregen heeft.
Psalm 139:13Want Gij bezit mijn nieren; Gij hebt mij in mijner moeders buik bedekt.
Spreuken 1:5Die wijs is, zal horen, en zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen;
Spreuken 4:5Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds.
Spreuken 4:7De wijsheid is het voornaamste; verkrijg [dan] wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.
Spreuken 8:22De HEERE bezat Mij [in het] beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan.
Spreuken 15:32Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand.
Spreuken 16:16Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen, dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver!
Spreuken 17:16Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?
Spreuken 18:15Het hart des verstandigen bekomt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt wetenschap.
Spreuken 19:8Die verstand bekomt, heeft zijn ziel lief; hij neemt de verstandigheid waar, om het goede te vinden.
Spreuken 20:14Het is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen.
Spreuken 23:23Koop de waarheid, en verkoop ze niet, [mitsgaders] wijsheid, en tucht, en verstand.
Prediker 2:7Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren.
Jesaja 1:3Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren; [maar] Israel heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet.
Jesaja 11:11Want het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee.
Jesaja 24:2En gelijk het volk, alzo zal de priester wezen; gelijk de knecht, alzo zijn heer; gelijk de dienstmaagd, alzo haar vrouw; gelijk de koper, alzo de verkoper; gelijk de lener, alzo de ontlener; gelijk de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt.
Jesaja 43:24Mij hebt gij geen kalmus voor geld gekocht, en met het vette uwer slachtoffers hebt gij Mij niet gedrenkt; maar gij hebt Mij arbeid gemaakt, met uw zonden, gij hebt Mij vermoeid met uw ongerechtigheden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech