H7210 רֳאִי
gazingstock, see, look

Bijbelteksten

Genesis 16:13En zij noemde den Naam des HEEREN, Die tot haar sprak: Gij, God des aanziens! want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die mij aanziet?
1 Samuel 16:12Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.
Job 7:8Het oog desgenen, die mij [nu] ziet, zal mij niet zien; uw ogen zullen op mij zijn; maar ik zal niet [meer] zijn.
Job 33:21Dat zijn vlees verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, [die] niet gezien werden, uitsteken;
Nahum 3:6En Ik zal verfoeilijke dingen op u werpen, en u tot schande maken, en Ik zal u als een spiegel stellen.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken